Verrassende resultaten voor project ‘biobeton’ als circulair alternatief

Is er een markt voor het nieuwe, duurzame product biobeton? Dat was de centrale vraag van het project dat Bioclear earth, lid van de BIO Cooperative, met Noord-Nederland Verdient Circulair het afgelopen half jaar heeft uitgevoerd. Noord-Nederland verdient Circulair is een programma waarin ondernemers in de drie noordelijke provincies Groningen, Fryslân en Drenthe worden gestimuleerd om (meer) circulair te ondernemen, het liefst in concrete casussen. Dit project was zo’n concrete casus die door de BIO Cooperative werd ingediend. Hoe is het project verlopen en wat zijn de resultaten? We spraken hierover met Sytze Keuning, CEO van Bioclear earth en bestuurslid van de BIO Cooperative.

Reductie van CO2

Een nieuw, duurzaam product als biobeton kan in potentie wereldwijd een enorme verduurzaming van de bouwsector betekenen. Bij de productie van beton wordt namelijk cement gebruikt. En dat  cement is een grote bron van CO2 uitstoot: wereldwijd komt 5- 6% van alle CO2-productie uit de betonindustrie. Sytze Keuning: “Dit hele proces is een paar jaar terug begonnen, in eerdere projecten met bijvoorbeeld RVO. We zijn begonnen met de vraag hoe je beton maakt zonder cement. Dat kan met behulp van bacteriën. Die kunnen ervoor zorgen dat zand en grind aan elkaar kitten, die verzorgen zelf een cementatiereactie. Biobeton is dus mogelijk, het is alleen nog niet zo solide als regulier beton. Dit project met NNVC is het vervolg: zijn er marktpartijen die interesse hebben in dit biobeton? Hoe past het biobeton in de keten? Het is dus een zeer marktgericht project geweest.”

Hoe hebben jullie deze vraag onderzocht?

“We hebben tijdens het project met allerlei partijen in Noord-Nederland gesproken, potentiële afnemers van het biobeton. Daarnaast hebben we ook verbanden gelegd met diverse kennisinstellingen, die ook consortiumleden van NNVC zijn. Zo hebben we bijvoorbeeld samengewerkt met NHL Stenden. Daar zijn studenten bezig met de circulaire economie en die hebben ook meegedacht met dit vraagstuk. Bijvoorbeeld over welke toepassingen je kunt bedenken voor een materiaal, wat wel op beton lijkt, maar nog niet die sterkte heeft. Een fietspad bijvoorbeeld kun je van asfalt of van beton, maar dus ook van biobeton.”

Blijkt de markt interesse te hebben in biobeton?

“Ja, die blijkt er wel te zijn, maar uit verrassende hoek. Wat dat betreft wordt je door zo’n project met je neus op de feiten gedrukt. Diverse marktpartijen vinden biobeton een interessant materiaal, maar staan nog niet direct te trappelen om er zelf mee aan de slag te gaan, mede omdat het nog niet dezelfde sterkte heeft als regulier beton. Uiteindelijk was er interesse van een partij die met schuimbeton vloeren isoleert. Dat schuimbeton is heel licht, maar er zit wel veel cement in. Biobeton zou hier mogelijk een goed alternatief zijn, want het schuim is een opvulling en er hoeft geen constructie op te rusten. Een tweede optie waar we op stuitten, was het gebruik in situ, oftewel ter plekke. Denk aan het verstevigen van een zandlaag in de bodem, om het aardbevingsbestendiger te maken.”

Zijn jullie tevreden met de resultaten van dit project?

Keuning: “Ja, het is een heel nuttig project geweest. Kijk, technische gezien kunnen we met zijn allen het product biobeton steeds beter maken. Maar je moet ook op tijd naar de markt kijken. En dat marktvraagstuk leverde dus wel verrassingen op. Het bleken niet de klassieke bouwpartijen die nu geïnteresseerd zijn en toepassingsmogelijkheden zien. Dat schuimbeton, dat is een hele andere hoek, daar hadden we van tevoren niet aan gedacht. En ook die in situ toepassing blijkt heel kansrijk. Wat je eigenlijk oorspronkelijk van plan was, dat is er niet van gekomen. Maar daardoor ben ik wel op een ander spoor gekomen, dat was ons zonder dit project met NNVC niet gelukt.”

En hoe ziet de toekomst van biobeton er nu uit? Komt er een vervolg op dit project?

‘Na afronding van dit project gaan we als bedrijf bekijken hoe we de volgeden stap gaan zetten met dit product. Dat betekent de opties van dat schuimbeton en de toepassing in situ verder onderzoeken. Dat doen we het liefst natuurlijk met eindgebruikers, met de markt zelf.”

Meer Nieuws